intendance voedselverdeling

Voeding - Intendance - gegevens 1932

De bevoorrading van voedsel in de verschillende kazernes is een onderdeel van de bevoegdheid van de "Service d'Intendance". Het centrale punt van die bevoorrading is Antwerpen waar de Intendance over de volgende instellingen beschikt:

maalderij waar de bloem voor het brood wordt geproduceerd
magazijn voor bevroren vlees
magazijn waar de kleine eetwaren bestemd voor de verschillende bakkerijen in transit verblijven.
koffiebranderij

Brood:
	Dit wordt dagelijks geleverd door 11 militaire bakkerijen die gelegerd zijn in de volgende steden: Brussel, Leuven, Mons, Tournai, Antwerpen, Gent, Brugge, Luik, Beverloo, Elsenborn, Namur. Het noodzakelijke meel voor deze bakkerijen wordt geproduceerd door de militaire bloemmolens van Antwerpen. Het betreft een en volledig electrisch uitgeruste maalderij. Het geleverde meel is gebuild voor 80%.
Vlees:
	Het ingevroren vlees, is hoofdzakelijk rundsvlees. In de winter is dit rund- en schaap- vlees. Het wordt via openbare aanbesteding aangekocht en gestockeerd in de Staatskoelhuizen, Dok 221 te Antwerpen. Het wordt daarna in koelwagons verzonden naar de militaire beenhouwerijen in dezelfde steden als de hierbovenvermelde bakkerijen. Deze beenhouwerijen bewaren hun voorraad in goed-geïsoleerde kisten die een perfecte bewaring tot 8 dagen toelaten. De distributie naar de verschillende legeronderdelen gebeurt per kwart van een dier. Dit laat aan de koks toe om zelf het menu samen te stellen en dit op een evenwaardige manier voor elk legeronderdeel.
Kleine eetwaren:
	Deze omvatten rijst, bonen, erwten, pasta, zout, peper, koffie, chicorij, smout, zetmeel, suiker. De Intendance koopt via openbare aanbestedingen in het groot deze verschillende eetwaren aan. Deze kleine eetwaren worden maandelijks door de Instellingen van de Intendance te Antwerpen ontvangen en doorgestuurd naar de militaire bakkerijen die ze verder doorzenden naar de verschillende legeronderdelen.
Koffie:
	Deze wordt vooraf gebrand in de koffiebranderij te Antwerpen. De eenheden worden hier om te twee weken uit bevoorraad. De koffieformule bestaat uit 2 delen Rio en 8 delen Robusto Congo Belge of uit 1 deel Santos en 10 delen Pernambuco. Dit naargelang de voorkeur van het korps. Evenwel wordt, om de coloniale ondernemingen te steunen en in de mate van het financieel aanvaardbare, pogingen ondernomen om koffie uit de kolonie, catégorie Arabica, te stimuleren.

De normale in de kazerne voorziene voedselrantsoenen worden door de Intendance rechtstreeks aan de huishouding van het garnizoen geleverd.
Daarnaast is er ook nog een deel dat door de huishouding van de eenheid voorzien wordt. Dit door middel van een kostwinnerstoelage.
Grotendeels bestond dit uit:

Supplementair brood. Dit werd rechtstreeks door de huishouding van de eenheid besteld bij de militaire bakkerij. Dit mocht evenwel niet meer dan 100 gr per dag en per militair overtreffen.
Bloem, suiker etc... werden besteld in de militaire magazijnen
Melk, kruiden, groenten, aardappelen etc ... weren aangekocht bij privé-leveranciers.

In het boek "Bij den troep, belevenissen van een piot, 1938 -1940" van René Vught wordt een deel van de fourage accuraat omschreven:

	"Voor de aankoop van het eten, aardappelen en groenten was aan de compagnie een zeker budget toegewezen, waarover de foerier kon beschikken. Voor aardappelen, rode en witte kolen kon men in het dorp zelf terecht. Men kende de boerderijen waar tegen een gunstige prijs kon aangekocht worden. Voor andere groenten was men aangewezen op de markt van Hasselt waar met het spel van loven en bieden de meest gunstige prijs bedongen werd. Het geheel werd afgehandeld met door de handelaars afgetekende aankoopbons."

	"Eens in de maand was er bevoorrading vanuit het centraal depot van Hasselt met "pilchards" of doosjes "oliesardienen" en pakken soldatenkoeken. (10cm x 10 cm en 1,5 cm dik). Met de sardienenblikjes en de soldatenkoeken was men zeer mild en men kreeg er blijkbaar genoeg per man. Deze werden, naargelang het seizoen, soms geruild voor appelen en peren. "

Intendance - bakkerijen en beenhouwerijen

ANTWERPEN

De gebouwen waarin de militaire bloemmolens van Antwerpen gehuisvest waren. Momenteel bestaat dit echter niet meer.

BEVERLOO


		militaire bakkerij en beenhouwerij van het Kamp van Beverloo

De militaire krijgsslachterij in het kamp van Beverloo

In 1920 maakt onderintendant Milot van de Intendance van Beverloo een studie met als resultaat dat het kweken van varkens een substantiële besparing kan opleveren. Een ministerieel besluit van 21 feb 1920 laat toe om het huishoud (=keuken)-afval hiervoor te gebruiken wat besparingen op de kost van de maaltijden meebrengt.

Aangezien de militaire slachterij nog enkel werkt met gevroren vlees zijn de stallen voor het houden van runderen alvorens ze geslacht worden niet meer in dienst en kunnen ze gebruikt worden voor het kweken van de varkens. Eind 1920 zijn er reeds 400 stuks.
De gemaakte winsten worden gebruikt door de verschillende permanente korpsen van het kamp.
De prijs een in het kamp vetgemest varken komt op 8 Bf. per kg., waar dit bij een civiele kweker op 12 Bf à 14 Bf komt.

Men had tevens de beschikking over de tijdens de eerste wereldoorlog door de Duitsers geinstalleerde gemechaniseerde beenhouwerij. Deze was uitgerust met de volgende vleesverwerkingstoestellen:

een vleesmolen
een machine om het vet knippen
een worstentoestel
een vleespers
drie rookkasten

Alle manschappen die in de vleesverwerkingseenheid werkten hadden ervaring in hun vak en stonden onder het bevel van een onderofficier
Op het eind van 1920 werd 40.000 kg vers vless geproduceerd. De gemaakte winst liet toe om investeringen te verrichten in nieuwe constructies ter waarde van 200.000 Bf.

info: Le courrier de l'armée: N° 735 du 02/01/1921; N° 742 du 20/02/1921

BRUGGE

BRUSSEL

ELSENBORN

GENT

LEUVEN

LIEGE

MONS

Vermoedelijk in de kazematten van Mons

NAMUR