Infanteriecapotejas

De infanteriecapotejas sluit vooraan met 2 rijen knopen met leeuwmotief, 5 knopen per rij. Twee horizontale zakken vooraan op de heupen en twee verticale zijzakken die in het verlengde van de stiknaad liggen. Geen mouwomslagen onderaan de armen. Links en rechts, net zoals bij de gewone vest, twee riemhaken. Deze zijn aan de binnenzijde afgeschermd met een stuk stof. De capotejas komt in theorie tot op 35 cm van de grond.


De toegangsflap tot de zijdelingse vertikale zakken. Net daaronder bevindt zich de knoop om de omgeslagen jaspanden aan te bevestigen.

Aan de binnenzijde: de voering enkel op het bovendeel van de rugzijde. Achter de twee langwerpige zijzakken zien we nog een deel van de horizontaal toegangkelijke zakken.

Links en rechts zijn er ook nog twee kleinere binnenzakken. 


Aan de onderzijde van de achterkant is een split van ongeveer 29 ŕ 30 cm die toegehouden wordt door twee knopen met leeuwmotief van diameter 17,5 mm.


Detail aan binnenzijde en buitenzijde van de twee knoopsgaten onderaan de jaspanden.
De capotejas zonder en met omgevouwen en opgeknoopte jaspanden.

De versterkende stikking van de kraag en het sluitstuk om deze bij guur winterweer als rechtstaande kraag te gebruiken en toe te knopen.
Vooraan sluit de kraag met het klassieke "haakje en oogje"
De knoop met leeuwmotief. Donkergebronsd. Diameter 23,5 mm voor de sluiting vooraan, voor de martingale, voor het vastknopen van de jaspanden,. De knopen achteraan, van de kraagsluiting, van de horizontale zakken en van de epauletten hebben een diameter 17,5 mm.

Detail van de horizontale zakken. De knoop heeft een diameter van 17,5 mm.


De martingale in de rug.

De epauletten zijn op de schouders genaaid, net ter hoogte van de mouwinzet en niet tussen de mouw en het shouderstuk ingezet zoals bij na-oorlogse capotejassen gebruikelijk is .

Markering van maat: 2 en jaartal 1932.

Bij een tweede capotejas vinden we naast  de grootte 3, het jaartal en een immatriculatienummer van het 4e Geneeskundig Korps.

Onder de capotejas wordt hier nog de vest met hoge kraag gedragen. De foto is ergens genomen tussen 1931 (helm zonder rand) en 1935 (gebruik van vest met neergeslagen kraag).

De capotejaspanden werden nog niet omgeslegen.

De uitrusting is de omgebouwde Mills 15 waarbij gebruik gemaakt wordt van Duitse wereldoorlog I patroontassen.

 

Op deze foto hierboven is duidelijk aan de kreukels te zien dat de voorkant van de capotejas regelmatig omgeslagen werd om het marcheren te vergemakkelijken.

Links zien we op een uitvergroot detail van de middelste figuur de twee knoopsgaten om de jaspanden vast te knopen.

 

foto:

Le Soir Illustré, 14 Octobre 1939

foto:

Le Patriote  Illustré, 21 Avril  1940